En verhaal van Dick Markestijn jr.

Egels hebben iets magisch. Bij mijn overburen hadden jongelui op een zwoele zomeravond een klein tuinfeest, en dat ging gepaard met plezier en jolijt. Ineens riep er één: “kijk, daar loopt een egel!” Op slag verstomde de herrie en sloop iedereen (niemand uitgezonderd) voorzichtig erheen om het beestje te zien en natuurlijk om met hun mobieltjes te fotograferen.
Op datzelfde moment zat ik met mijn buren in mijn achtertuin al een uur lang te genieten van twee egels die zich zowat binnen handbereik tegoed deden aan hetgeen ik had voorgeschoteld. Wij konden ons daarom goed voorstellen waarom de egel zo’n aantrekkingskracht had op de jongelui.
Het egelfeestje is een mooie aanleiding om eens wat te schrijven over onze belevenissen met de egels. Verwacht geen wetenschappelijk verhaal, want ik ben geen expert. Het is alleen leuk, want we lezen overal dat egels het moeilijk hebben.
We wonen in een klein groen nieuwbouwwijkje aan de rand van Sliedrecht, ons doodlopend straatje aan alle kanten omgeven door water. Ik had altijd gedacht dat het daarom niet pluis zou zijn voor egels. Bovendien wonen hier ook flink wat katten.
Wat schetste mijn verbazing toen ik van een buurman vernam dat daar elke avond stipt om 22.30 uur een egel bij zijn achterdeur stond, en hij opendeed voor hem (of haar). Vervolgens dribbelt de egel op zijn dooie gemak naar het voerbakje met kattenbrokjes. Eet er wat van, draait zich om, en gaat weer terug door de deur naar buiten. Helaas is de egel in het talud van de gemeentelijke waterplas, tegenover onze huizen, tijdens maaiwerkzaamheden om het leven gekomen. We waren er kapot van (en het was niet nodig geweest).
Er gingen een paar jaar overheen toen mijn buren ineens appten: “er zitten twee egels op ons terras te drinken uit het vogelbadje!”. Onze harten maakten een sprongetje! En toen ging het snel.
We wisten natuurlijk al dat egels verzot zijn op kattenbrokjes en water. Daarin werd dus vanaf dat moment elke avond voorzien. Buurvrouw nummer drie had een jaar eerder al een egelhuis, en mijn buren en ik konden dus niet achterblijven (en dat was niet uit jaloezie). Gedroogde meelwormen voor de vogels werkten ook als een magneet op de egels, waarbij het aangeboden water ook gretig aftrek vond.

Elke avond worden wij verblijd met bezoekjes van de egels. Vaak eentje, maar niet zelden twee en zelfs drie tegelijk! Hoeveel egels er in totaal rondzwerven rond onze huizen? Zijn het er meer dan drie? Uniek is natuurlijk de foto die buurvrouw nr 3 maakte van de inhoud van haar egelhuis: liefst drie egels knus op elkaar gepropt in de kast! Wij weer jaloers.

Nee, jaloers zijn wij niet op elkaar. We vinden het juist prachtig om elkaar te stimuleren en het resultaat is een eldorado voor egels. Visite staat steevast met de neus tegen het raam gedrukt als er weer een egel opduikt. Prachtig is het, en het wordt nooit gewoon. En dat in ons eigen straatje. Het is hier overigens aan het eind van een doodlopende straat, dus verkeersslachtoffers zien we hier niet (afkloppen)
Ik heb een wildcamera aangeschaft met een bewegingsdetector, die zelfs in het pikkedonker goed functioneert. Voor minder dan 100 euro maakt het prachtige beelden, dus dat is allesbehalve een miskoop. Die kan ik ook eens gebruiken om een ijsvogel langs onze sloot “te vangen” en de puttertjes wanneer die weer eens op de zaden van de zonnehoeden zitten.
Ik begon dit schrijfsel dat ik met de buren in mijn achtertuin zat. We konden toen ook genieten van het opvallende gesnuif van de ene egel richting de andere. Is het om de ander te imponeren of is het omdat ze elkaar aardig vinden? Heb je ooit wel eens in de nacht in de tuin een vreemd geluid dat je niet thuis kunt brengen? Kijk en luister eens naar deze opname.
Enneh.. hoe zit het dan met al die katten? Die leven vredig langs elkaar heen. De katten hebben eerder schrik van de egels dan andersom.

Het water rondom dan? Ik heb zelfs nog een grote vijver in de tuin. Ik las dat egels best kunnen zwemmen (op z’n hondjes), zolang ze maar ergens op de kant kunnen klimmen. Afijn, daarin is hopelijk ook voldoende voorzien. Tot nu toe gaat het goed. Afkloppen maar weer.
Moraal van het verhaal: voorzie egels van kattenbrokjes, water en een egelhuisje (of andere natuurlijke schuilplaatsen) en je hebt een aantrekkelijke tuin voor de egel. Wie weet… En zo raak je ook nog eens van de slakken en kevers af zonder schadelijke middeltjes.