Ga naar de inhoud

Nachtvlinders: meer dan alleen bruine motten!

Hoornaarvlinder
Koperuil
Blauw weeskind
Schaapje

Ligusterpijlstaart

Tekst en foto’s Jonathan Leeuwis

Als je het hebt over nachtvlinders ontstaat bij veel mensen al snel het beeld van kleine motten die in je kleding zitten, of juist de eikenprocessierupsvlinder waardoor je “niet meer veilig het bos in kan”. Motten dragen nou niet direct een positief imago met zich mee. Toch is het vooral onwetendheid die deze verborgen soortgroep tot een ondergeschoven kind maakt. Alleen in Nederland tellen we namelijk al ruim 2400 soorten nachtvlinders. Dat tegenover 53 soorten dagvlinders die we hier tellen. Eind augustus werd de 1000e nachtvlindersoort voor de Alblasserwaard gevangen in Hoogblokland. Tijd om de wondere wereld van deze mysterieuze soortgroep eens letterlijk en figuurlijk in het licht te zetten!

Motten

Wanneer je het over motten of nachtvlinders hebt, ontstaat er al snel een beeld van bruine onooglijke vlinders die bijna het daglicht niet waard zijn. Ga je erin verdiepen, dan valt je mond al snel open van verbazing! Je komt ineens in een wereld terecht waarin je de mooiste soorten tegenkomt, in allerlei kleuren, vormen en maten! Van de echte big boys als de ligusterpijlstaart en het blauw weeskind, tot de enkele millimeters grote kunstwerkjes als de paardenkastanje mineermot en het sergeant-majoortje. De ene soort nog is nog mooier dan de andere! Sommige soorten hebben patronen en kleuren die zelfs Rijksmuseum-waardig zijn!

Dierentuin

Niet alleen het spectaculaire uiterlijk van veel nachtvlinders maakt deze soortgroep zo uniek. Ook dragen veel soorten de mooiste namen met zich mee. Wat denk je van het linde herculesje, het goudvenstertje, de kajatehoutspanner of het crème kijkgaatje? Daarnaast kan je in één nacht ook zomaar de halve dierentuin in je eigen tuin aantreffen! Het pinguintje, de dromedaris, het kameeltje, de hyena, een witte tijger, het schaapje of de grote beer: het fladdert hier allemaal rond!

Macro’s en micro’s

De nachtvlinders in Nederland kun je in twee soortgroepen verdelen, de macro’s en de micro’s. Van de macro’s tellen we in ons land ongeveer 850 soorten, van de micro’s ruim 1400. Het verschil zit hem vooral in het formaat, zoals de naam al doet vermoeden. De micro’s zijn over het algemeen een stuk kleiner. Maar je voelt het misschien al, hier zitten weer uitzonderingen tussen die het lastig maken. Daarom hier een rijtje kenmerken die het verschil verder uitleggen: micro’s hebben draadvormige antennen en die liggen meestal in rust over het borststuk heen (veel macro’s houden hun antennes onder de vleugels); micro’s hebben lange poten, grove schubben op de vleugels en de vleugels hebben vaak zeer lange franje aan de achterrand.

Schutkleuren of blufpoker

Als er zoveel soorten zijn, waarom zie je ze dan zelden overdag? Dit komt omdat nachtvlinders vaak bovenvleugels hebben met enorme schutkleuren. Hiermee gaan ze volledig op in hun omgeving. Daarbij weten de vlinders klaarblijkelijk ook zelf hoe ze er uit zien. Ze gaan namelijk altijd precies zitten op de stammen, muurtjes of bladeren die het meest matchen met de kleur en tekening van hun vleugels. Erg wonderlijk! Soorten als de wapendrager gaan nog een stapje verder.

Deze vlinder heeft namelijk helemaal de tekening en vorm aangenomen van een afgebroken takje! Daarnaast heb je een aantal soorten die gaan voor een andere tactiek: blufpoker! Denk bijvoorbeeld aan de hoornaarvlinder. Deze vlinder kan zichzelf, net zoals alle andere soorten motten, niet verdedigen. Dus wie niet sterk is, moet slim zijn. Door te lijken op een hoornaar, houdt hij roofdieren op afstand. Eigenlijk een schaap in wolfskleren dus.

Nachtvlinders in de Alblasserwaard

Zoals eerder gezegd is eind augustus de 1000e nachtvlindersoort voor de Alblasserwaard gevonden. Een mooie mijlpaal! Het is de gelijnde grasuil. Zie  https://alblas.waarneming.nl/waarneming/view/371386440

Zoals bij heel veel insectensoorten hebben ook nachtvlinders allemaal hun eigen waardplant(en). Op deze planten leggen ze hun eitjes, en groeien de rupsen op. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat een groot deel van de soorten die in de Alblasserwaard zijn gevonden gebonden zijn aan typische planten van het laagveen. Zo hebben we bijvoorbeeld veel soorten met ‘riet’, ‘zegge’, ‘lisdodde’ of ‘gras’ in de naam. Ook kom je veel vlinders tegen die gebonden zijn verschillende soorten wilgen, populieren en eiken. Naast deze standvlinders die hier thuishoren in de regio, hebben we ook nog te maken met trekvlinders. Wat veel mensen niet weten is dat het niet alleen maar vogels zijn die grote afstanden afleggen. Ook vlinders, soms nog geen centimeter groot, kunnen gerust vanuit Zuid-Europa of Noord-Afrika naar hier komen vliegen. Gecombineerd met klimaatsverandering, zien wij hierdoor steeds meer zuidelijke soorten oprukken, zoals bijvoorbeeld de zuidelijke grasuil. Tot 2020 was dit nog een extreme zeldzaamheid in ons land. Tegenwoordig worden ze in de hele Alblasserwaard gevangen.

Nachtvlinders kijken

Misschien hangt deze vraag dit hele artikel al in uw hoofd: ‘Maar hoe tel je die nachtvlinders dan?!’. Hiervoor zijn speciale hulpmiddelen. Om te beginnen is het goed om te weten dat de meeste nachtvlindersoorten op licht afkomen. Dit doen ze omdat nachtvlinders met de rug naar het licht vliegen. Zo weten ze wat boven en onder is. Het klinkt misschien wat raar, maar als je maar enkele milligram weegt, is het moeilijk navigeren in het donker. Door met de rug naar het licht te vliegen kunnen ze hun koers blijven houden.

Nu heb je speciale lichtvallen. Dit zijn emmers of kisten vol met eierdozen met daar boven doorzichtige platen die als trechters naar beneden lopen. Boven de kisten of emmers hangen speciale UV- of ledlampen. De vlinders komen op het licht af en gaan via de trechter naar beneden. Onderin zit een spleet waardoor de vlinders kruipen. Vervolgens zoeken ze een plek op tussen de eierdozen. Op deze manier kun je op een warme zomeravond soms wel tientallen of zelfs 100+ vlinders vangen! Deze kun je in de ochtend rustig bekijken, waarna je voorzichtig de doosjes uitklopt in de vegetatie. Het hele jaar rond staan liefhebbers met hun lichtvallen in de tuin. Deze worden fanatiek ingevoerd via www.waarneming.nl, waardoor er een prachtige database ontstaat van welke soorten er in ons gebied voorkomen.

Enthousiast geworden?

Ben je nou zelf ook enthousiast geworden? Dan is het zeker een aanrader om zelf een nachtvlinderbak of LedEmmer aan te schaffen. Deze zijn te verkrijgen via de website van de Vlinderstichting of via www.vermandel.com. Ben je handig? Dan kan je ook gerust zelf een bak in elkaar knutselen met hout en plexiglasplaten. Bestel dan wel de lamp bij Vermandel, dan weet je dat je in ieder geval de juist hebt.

Smeren

Er is nog één andere truc voorhanden: smeren! Sommige soorten nachtvlinders reageren niet op licht, maar komen wel graag wat slurpen van een zoet smeermengsel. Dit mengsel kan je heel simpel zelf maken. Het enige wat je hoeft te doen is rode wijn en suiker door elkaar mengen, en deze roeren totdat het een geheel is. Hiervoor gebruik je de verhouding van 1 liter rode wijn en 500 gram witte basterdsuiker. In de schemer spuit je met een plantenspuit dit mengsel tegen bomen aan. Vervolgens loop je gedurende de avond met een zaklantaarn geregeld deze bomen langs, en kijk je of er vlinders zijn die zich te goed doen aan jouw persoonlijke mottenkroeg! Vooral soorten als het rood weeskind, de piramidevlinder en verschillende uilen gaan hier erg goed op!

Hopelijk ben je aan de hand van dit artikel zelf ook enthousiast geworden voor deze prachtige soortgroep, en ga je in je eigen tuin en omgeving aan de slag. Wel een kleine waarschuwing vooraf: Weet waar je aan begint! Het werkt namelijk erg verslavend.

Wapendrager