Bron: Vogelbescherming en Sovon
Sovon en Vogelbescherming kiezen elk jaar een vogelsoort uit die wel wat extra aandacht kan gebruiken. In 2024 is het de beurt aan de Huismus. De Huismus is één van de talrijkste broedvogels van Nederland. Toch is deze typische stadsvogel sinds 1980 met zeker 60% afgenomen, zowel in Nederland als in de landen om ons heen. De laatste jaren laat de Huismus gelukkig weer herstel zien, maar we zijn er nog lang niet.
Vooral in de grote steden zijn veel Huismussen verdwenen. Gelukkig lijkt het aanbieden van nestgelegenheden in steden zijn vruchten af te werpen en is de stedelijke populatie Huismussen de laatste jaren gestabiliseerd. De hoeveelheid groen in steden neemt echter nog steeds af, waardoor het beschikbare voedsel ook terugloopt. Wil het herstel van de Huismus doorzetten, dan moet dat veranderen.
Niet alleen de hoeveelheid groen is belangrijk voor de Huismus. Dit groen moet ook bestaan uit de juiste struiken en heggen, waar de vogel veiligheid kan vinden. Buiten steden zijn ook de intensivering van de landbouw, toename van predatoren, ziekteverwekkers en gebruik van pesticides van belang. We weten niet wat het meest bepalend is voor de toe- of afname van de Huismus, maar dat meerdere factoren een rol spelen is duidelijk. Om de bescherming van de soort te verbeteren, is meer kennis hierover nodig.
Trend van broedende Huismussen in Nederland (1984-2022) op basis van BMP- en MUS-tellingen.
Wat gaan we doen?
In het Jaar van de Huismus kan iedereen meedoen om de kennis over de soort te vergroten. Hoe meer we weten, hoe beter we de Huismus kunnen beschermen. Onderzoek vormt daarmee een belangrijk onderdeel van het Jaar van de Huismus.
Sovon zal verschillende onderzoeken uitvoeren, onder andere naar het broedsucces van de Huismus. Omdat de nesten van de Huismussen niet zo makkelijk toegankelijk zijn als nesten van bijvoorbeeld struik- of grondbroeders, weten we momenteel namelijk nog relatief weinig over de reproductie van de soort. Tijdens het Jaar van de Huismus hopen we hier meer over te weten te komen door de gegevens van de Jaarrond Tuintelling te analyseren. Omdat deelnemers aan deze telling gedurende het hele jaar soorten in hun tuin tellen, hebben we een goed beeld van het aantal Huismussen vóór en na het broedseizoen. Hierbij ligt de nadruk wel op stedelijk gebied, want gegevens uit tuinen uit landelijk gebied zijn schaars. Doe jij nog niet mee aan de Jaarrond Tuintelling? Bij deze dan een oproep om dit wel te doen, want de gegevens die hier uit voortkomen zijn heel waardevol voor ons.
Waar huist de mus?
Een van de hoogtepunten van het Jaar van de Huismus wordt het onderzoek naar zijn mogelijkheden om te broeden. Waar nestelen huismussen graag? Huismussen zijn daarin bijzonder veelzijdig. Nesten worden gevonden onder daken, achter struiken, regenpijpen en zonneschermen. Ook maken Huismussen veel gebruik van nestkasten en neststenen, die eigenlijk bedoeld zijn voor Gierzwaluwen. Maar welke nestplaatsen zijn het meest populair? Met de telling ‘Waar huist de mus?’ hopen we daar meer over te weten te komen. Iedereen kan daar aan meedoen.
Zekerheid voor de Huismus
Meer kennis over de Huismus moet leiden tot betere bescherming van de soort, met name in stedelijk gebied. Zo wil Vogelbescherming tijdens het Jaar van de Huismus zowel particulieren als bouwprofessionals aanzetten om bij de inrichting van de tuinen en het (ver)bouwen van de huizen rekening te houden met de Huismus. De kennis die we tijdens het jaar opdoen, kan daar zeker bij helpen.
Het Jaar van de Huismus is een initiatief van Sovon Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland, in samenwerking met het Vogeltrekstation en huismusonderzoeker René Oosterhuis.