Ga naar de inhoud

Details bij de route deel 4

D-Details 4

Deze beschrijving neemt je nog verder mee de tuin in. Als je deze pagina geopend hebt via een link in het verkorte route-overzicht, kun je via de Terugknop op je telefoon weer naar de verkorte rondleiding.

8 Je loopt bij de t-splitsing tegen een bosperceeltje, een Stiense-tuintje, aan. Dat zijn vroeg bloeiende planten die vaak op landgoederen (vooral in Friesland) groeien, zoals Bosanemoon, Daslook, Winterakoniet, Lieve-vrouwen-bedstro, Maarts viooltje e.a.

Maarts viooltje
Daslook
Anemoon

Sla nu rechtsaf.

28 Loop langs de Wigwam. Dit is een hutje van wilgentenen. Je komt nu uit bij het labyrint , een oud symbool uit de prehistorie (het stond al op tekeningen van 40.000 jaar geleden).

Het labyrint start bij vleermuisbuis.

Blijf alleen op grint en niet op stenen lopen. De tocht werd gezien als de levensfases. Begin (jong) snel, het midden duurt (te) lang en het einde (na pensionering) is (te) kort. In oude kerken in Engeland en Frankrijk zijn labyrinten terug te vinden met 7 ringen maar zelfs met 22 ringen. Ook is er een op het stadsplein in Deventer.

13 De vleermuistunnel is gebouwd om de dwergvleermuis, laatvlieger e.a. een winteronderkomen te bieden. De laatste jaren is de buis bezet. De NVWA is ook de opvang voor de vleermuizen in de Alblasserwaard. Er hangen in het bos vleermuiskasten met een aanvliegbord aan de onderzijde van de kast. Hierin slapen de vleermuizen overdag. In de winter van 2022/23 overwinterden hier liefst 18 Gewone grootoorvleermuizen.

12 Het grote beestenplein is om even uit te rusten. Het is omgeven door houtrillen, waar insecten, vogels en zoogdieren gebruik van maken.

27 De Pyramides in het water zijn van de Rotary Kinderdijk voor “Polio de wereld uit”. Kinderen hebben opstellen geschreven over hun dagelijkse belevenissen en in de Pyramides opgeborgen. De eerste wordt geopend in 2038. Dan wordt gelezen wat de kinderen in 1981 hebben beleefd.

11 Aan je linkerhand ligt een griend. Dit is wilgenstek, wilgentakken die in de grond worden gestoken. Ook de natte grond kon zo worden gebruikt. Deze wilgenstobben werd gehakt en gebruikt als geriefhout op de boerderij, als brandhout en voor de dijkenbouw. De laatste binnendijkse grienden liggen in het Alblasserbos en bij Hardinxveld. Het geriefhout is ook gebruikt om samen met de kinderen de Wigwam in de heemtuin op te zetten. Zo werden vroeger de schuurtjes voor het vee gebouwd.


10 Verderop aan je linkerhand zie je erfbeplanting en Vogelbosje. Dit is een bosschage voor het erf van de agrariër, maar ook voor in je tuin. Hierin staan bomen en struiken, die geknot kunnen worden, dus redelijk laag blijven. De bomen bloeien in het voorjaar – voor insecten –  en geven bessen, noten of zaden in de herfst voor vogels en zoogdieren. Van elk soort boom staan er 2 voor de fasering van het snoeien. Als je beide bomen te gelijk zou snoeien, dan hebben de dieren geen eten! Dus het ene jaar de ene boom en een volgend jaar de andere. De bomen zijn: (manlijke) wilg. Deze geeft vroeg in het voorjaar de eerste stuifmeel, Vlier, Hazelaar, Els, Sleedoorn, Meidoorn, Lijsterbes, Vuilboom, Liguster.

Hazelaar
Vlierbessen
Sleedoorn

9 Aan uw rechterhand loopt het Kleine beestjes pad. Hier staan bakken, waarin de kinderen naar hartenlust kunnen wroeten naar kleine beestjes e.a. Loeppotjes en zoekkaarten zijn te koop op ons Streeknatuurcentrum.

26 Daarna is rechts een ingangetje naar een Donk. Donken en rivierduinen zijn zanderige heuvels in het rivierengebied. Ze ontstonden na de laatste ijstijd ca. 10.000 jaar geleden. In de brede rivierdalen werd grind en grof zand afgezet. Het zand waaide op tot duinen met een hoogte van wel 20 meter. In de Alblasserwaard werden deze duinen afgedekt met een veenlaag. Na het inklinken van het veen – dat nog steeds doorgaat – steken deze donken boven het maaiveld uit. Vaak zijn kerken en boerderijen op donken gebouwd. Een paar grote zijn de Schoonenburgse heuvel en de donk bij Brandwijk. Op de eerste heeft een kasteel gestaan en op de tweede een klooster.



25 Als je het paadje uitloopt kom je bij een Wiel. Er hebben 33 dijkdoorbraken in de Alblasserwaard plaatsgevonden. Tijdens de doorbraak maakte het water een draaikolk en groef de veengrond uit tot de rivierbodem en verspreidde het veen met het water de polder in. Vandaar dat wielen over het algemeen rond en diep zijn. Een leuk wiel is bij de Zijdeweg (tussen Oud Alblas en Streefkerk), midden in de polder. De eerste bedijking liep namelijk vanaf Papendrecht, via de Matena ten westen van ons Centrum naar Streefkerk. In die tijd heeft die dijkdoorbraak plaatsgevonden. Verder kun je hier heerlijk zitten.

Klik hier voor het volgende deel van de wandeling